Informatie mieren

Hier kun je informatie vinden over de mieren die ik verkoop.


Lasius Niger

Wetenschappelijke naam: Lasius niger
Nederlandse naam: Zwarte wegmier
Moeilijkheidsklasse: 1. Beginner
Koningin | Gyne: 8-9 mm
Werksters: 3-6 mm
Soort kolonie: Monogyn, 1 koningin per nest

Max. kolonie grootte: rond de 40.000 werksters (meestal enkele duizenden)
Soort nest in de natuur: Zandnesten, relatief diep, vaak onder stenen of andere objecten
Temperatuur: Kamertemperatuur, 15-30 graden
Winterrust: Ja, van begin oktober tot begin maart op 6-10 graden (koelkast) in de winterrust heeft de kolonie geen voeding nodig maar wel vocht.
Voeding: Suikerwater, honing(dauw), insecten als fruitvliegjes, meelwormen, krekels, vliegen, dubias, enz. let er wel op dat je voert in de hoeveelheid dat de kolonie nodig heeft. Een kleine kolonie zal veel minder nodig hebben dan een grote kolonie. Ook is het belangrijk dat je overgebleven voedsel na een dag weg haalt om schimmel te voorkomen.
Luchtvochtigheid: Nest deels vochtig houden
Afkomst: Inheems(Europa)
Advies nest: acryl, gips, ytong of zand inclusief gebruik buitenverblijf(arena)
Overige informatie: Lasius niger is de meest voorkomende mierensoort in Nederland. Je vindt ze overal in tuinen, bossen en bij de weg. Wanneer de kolonie de nodige grootte heeft bereikt kun de kolonie in een formicarium verhuizen en ze daar verder opkweken en observeren. Met de juiste verzorging en genoeg geduld kun je een hele mooie grote kolonie krijgen van deze super mooie en leuke soort!


Lasius Flavus

Wetenschappelijke naam: Lasius flavus
Nederlandse naam: Gele weidemier
Moeilijkheidsklasse: 1. Beginner
Koningin | Gyne: 7-8 mm
Werksters: 2-5 mm
Soort kolonie: Monogyn, 1 koningin per nest
Max. kolonie grootte: rond de 40.000 werksters (meestal enkele duizenden)
Soort nest in de natuur: Zandnesten, relatief ondiep, vaak in het gras of onder tegels
Temperatuur: Kamertemperatuur, 15-30 graden
Winterrust: Ja, van begin oktober tot begin maart op 6-10 graden (koelkast) in de winterrust heeft de kolonie geen voeding nodig maar wel vocht.
Voeding: Suikerwater, honing(dauw), insecten als fruitvliegjes, meelwormen, krekels, vliegen, dubias, enz. let er wel op dat je voert in de hoeveelheid dat de kolonie nodig heeft. Een kleine kolonie zal veel minder nodig hebben dan een grote kolonie. Ook is het belangrijk dat je overgebleven voedsel na een dag weg haalt om schimmel te voorkomen.
Luchtvochtigheid: Nest deels vochtig houden
Afkomst: Inheems(Europa)
Advies nest: acryl, gips, ytong of zand inclusief gebruik buitenverblijf(arena)
Overige informatie: Lasius flavus is een veel voorkomende mierensoort in Nederland. Ze leven ondergronds. Deze soort heeft in tegenstelling tot veel andere soorten een prachtige geel/oranje-achtige kleur waardoor ze erg opvallen en er grappig uitzien. Wanneer de kolonie de nodige grootte heeft bereikt kun de kolonie in een formicarium verhuizen en ze daar verder opkweken en observeren. Met de juiste verzorging en genoeg geduld kun je een hele mooie grote kolonie krijgen van deze super mooie en leuke gele soort!


Maak jouw eigen website met JouwWeb